Tijdens de reis van Londen naar Scottish Borders kwamen mijn lief en ik vast te zitten in de altijddurende files op de M6. Nederlanders die een uurtje vastzitten rond Amsterdam of Utrecht moeten hun knopen tellen: de files hier doen haasje-over met elkaar. Tijdens het filerijden krijg je echter wel mooi de tijd om over allerlei zinloze dingen na te denken. Zeker als de rest van de inzittenden in een bijna zombie-achtige staat voor zich uit staart.
Zo zag ik een vrachtwagen voorbij komen met daarop de woorden organic milk. Nu begrijp ik dat ‘organische melk’ hier staat voor biologisch-ecologisch-politiek-correct afgetapte melk, maar niettemin is het vreemd. Het tegendeel bestaat namelijk niet. Ooit van anorganische melk gehoord? Alle melk is toch organisch? Anders is het geen melk meer, maar synthetische gefabriceerd bottenversterkingsmiddel of zo. Maar als je er op let kom je die onzin vaker tegen.
Bij de Schotse Aldi – ja sorry, we blijven krenterige Nederlanders, ook in het buitenland – verkochten ze natural breadcrumbs, ‘natuurlijke broodkruimels, oftewel paneermeel. Bestaan er dan ook synthetische broodkruimels? En zo nee, waarom zet je die onzin dan op je verpakking?
Als je het tegendeel niet kan verdedigen, kun je je er niet mee onderscheiden. We hebben de neiging om ons te onderscheiden op zaken waar iedereen het toch wel over eens is. ‘In ons bedrijf discrimineren we niet’. Ooit een bedrijf gezien dat expliciet zegt wel te discrimineren?
‘Op onze school kan uw kind zichzelf zijn’. Ik wil wel eens een ouderavond meemaken waarop de docenten vrolijk melden dat ze massaproductie draaien, en daar nog trotst op zijn ook. Een universiteit meldt op zijn website dat haar studenten 21st century skills aangeleerd krijgen, whatever that may be. Ik zou wel eens een universiteit willen zien die zich er op laat voorstaan haar studenten 19de-eeuwse vaardigheden aan te leren, zoals het lezen van boeken of het navigeren in een fysieke bibliotheek.
Als het tegendeel niet ook te verdedigen is, stelt je positiebepaling niets voor. Hoogstens dat je met de modewinden meewaait. En dat doet iedereen al.
Bron: BN/de Stem
Frank G. Bosman 