Joden en rooms-katholieken begraven theologische strijdbijl


Op 28 oktober 1965 – 50 jaar geleden – publiceerde het Tweede Vaticaans Concilie het document Nostra Aetate, een revolutionair moment in het katholieke denken over het jodendom. Vijftig jaar later zien twee nieuwe documenten het licht, één van joodse, één van katholieke zijde, vol met wederzijdse erkenning en waardering. December 2015 zou wel eens de geschiedenis in kunnen gaan als het moment waarop jodendom en christendom de theologische strijdbijl definitief begraven.

Nostra Aetate: geen antisemitisme meer

Nostra Aetate wed op 28 oktober 1965 gepubliceerd, ondertekend door de concilievaders en paus Paulus VI. De theologische impact kan nauwelijks worden onderschat. Na eeuwen christelijk antisemitisme, met de schaduw van de Holocaust  als meest recente voorbeeld, lieten de concilievaders de oude klacht van deïcide (‘godsmoord’) achter zich. In Nostra Aetate erkende de r.k.-kerk de spirituele erfenis van het jodendom en veroordeelde het elke vorm van (theologisch) antisemitisme. Toch doen de formuleringen, in het licht van het heden, weifelend en voorzichtig aan. Over de deïcide bijvoorbeeld;

Al is het waar, dat de Joodse gezagsdragers met hun aanhangers hebben aangestuurd op de dood van Christus , toch mag wat tijdens zijn lijden is misdreven niet alle Joden van die tijd zonder onderscheid en evenmin de Joden van onze tijd worden aangerekend. En al is de Kerk het nieuwe volk Gods, toch mag men de Joden niet voorstellen als door God verworpen of als vervloekt, alsof dit zou zijn af te leiden uit de H. Schrift. (#4)

Substitutiedenken blijft (een beetje)

Substitutiedenken sijpelt door de overigens zo sympathiek bedoelde tekst heen: het christendom heeft het jodendom als het uitverkoren volk vervangen. Het document vormde een belangrijk breekpunt in het christelijk denken over de theologische positie van het jodendom, maar tegelijkertijd kon het geen eindpunt van dat denken betekenen. Daarvoor bleef er nog teveel ‘over’ om nader te doordenken. We moeten tevens bedenken dat Nostra Aetate niet alleen over de houding tot het jodendom sprak, maar ook over die met de islam, het hindoeïsme en het boeddhisme.

The Gifts: geen vervanging meer

De belofte in Nostra Aetate gedaan, wordt nu, vijftig jaar later, ingelost door een document van de pauselijke theologencommissie met de titel The Gifts and the Calling of God are Irrevocable (een citaat uit Rom. 11,29). Hoewel de commissie officieel onafhankelijk is, worden de documenten van de commissie in de katholieke wereld zeer serieus genomen. In The Gifts gaan vooraanstaande katholieke theologen in op de verhouding jodendom-christendom. Reagerend op het citaat uit Nostra Aetate hierboven, zegt de commissie:

The Church does not replace the people of God of Israel, since as the community founded on Christ it represents in him the fulfilment of the promises made to Israel. (#23)

The Gifts citeert veelvuldige Rabbijnse literatuur om na te denken over de relatie tussen jodendom en christendom, een unicum in ‘Vaticaanse’ documenten van deze gewichtsklasse. Met een beroep op Genesis Rabbah 1,1, zegt de commissie:

Torah and Christ are the locus of the presence of God in the world as this presence is experienced in the respective worship communities.

Broeders en vaders

Het document citeert dan ook met instemming de karakteriseringen van het joodse volk door Johannes Paulus II (‘onze oudere broers’) en Benedictus XVI (‘onze vaderen in het geloof’). Samenvattend concludeert de commissie in zeer heldere bewoordingen wat in Nostra Aetate nog verborgen lag. De kerk doet niet aan jodenbekering, en de commissie geeft hier historische en theologische redenen voor aan.

In concrete terms this means that the Catholic Church neither conducts nor supports any specific institutional mission work directed towards Jews. While there is a principled rejection of an institutional Jewish mission, Christians are nonetheless called to bear witness to their faith in Jesus Christ also to Jews, although they should do so in a humble and sensitive manner, acknowledging that Jews are bearers of God’s Word, and particularly in view of the great tragedy of the Shoah. (#40)

Joods antwoord?

Hoe mooi deze woorden ook zijn uit katholieke hoek, de vraag is altijd wat dit betekent voor de joodse zijde in de discussie. Sinds Nostra Aetate hebben christenen van allerlei confessies zich intensief bezig gehouden met het jodendom, en de theologische plaats van het jodendom binnen het christendom. Maar al te vaak lijkt dit vooral een eenzijdig proces te zijn, waarbij het christelijk enthousiasme voor de eigen joodse erfenis wordt beantwoord met (een te begrijpen) wantrouwen van joodse zijde.

Jodendom light

Grote joodse denkers als Norman Solomon, David Hartman, Irving Greenman, Abraham Heschel en Franz Rosenzweig hebben zich hebben uitgelaten over de positie van het christendom binnen de joodse theologie. Meestal wordt het christendom hierin beschouwd als een ‘aangelengde’ vorm van het christendom, een ‘jodendom light’, bedoeld voor de ‘volkeren’. Maar deze stemmen vormen een uitzondering, vooral gehoord in academische en liberaal-joodse kringen.

Goddelijke raadsbesluit

Ook daar kwam in december 2015 kennelijk verandering in. In dezelfde maand dat de theologencommissie van het Vaticaan The Gifts publiceerde, bracht een groep vooraanstaande orthodoxe rabbijnen een eigen document naar buiten onder de titel To Do The Will of Our father in Heaven. Towards a Partnership between Jews and Christians. De rabbijnen publiceerde hun statement op de site van het Center for Jewish-Christian Understanding and Cooperation (CJCUC) in Israël. De inhoud is, net als die van The Gifts, opzienbarend, en vult de joodse stilte in de joods-christelijke dialoog (althans op dit hoge niveau):

Now that the Catholic Church has acknowledged the eternal Covenant between G-d and Israel, we Jews can acknowledge the ongoing constructive validity of Christianity as our partner in world redemption, without any fear that this will be exploited for missionary purposes. (#3)

To Do verwijst naar de positieve ontwikkelingen die met Nostra Aetate zijn ingezet en citeert met instemming de karakterisering van het jodendom door de pausen Johannes Paulus II en Benedictus XVI. Belangrijkste zin is ongetwijfeld deze:

We acknowledge that Christianity is neither an accident nor an error, but the willed divine outcome and gift to the nations. In separating Judaism and Christianity, G-d willed a separation between partners with significant theological differences, not a separation between enemies. (#3)

Jodendom en christendom zijn beiden door God gewild, aldus de groep rabbijnen. En net zoals de theologen van The Gifts schreven, benadrukken de rabbijnen van To Do, dat joden en christenen een gemeenschappelijke roeping hebben om getuigenis te geven van de Ene God. Joden en christenen moeten samen de godsdienstvrijheid bewaken, en samen in liefde en heiligheid de wereld helpen verlossen.

En nu verder

Het spoor dat Nostra Aetate heeft uigezet vijftig jaar geleden, is nu tot een prachtig resultaat gekomen: joodse en katholieke theologen erkennen elkaars religie nu ook op theologisch niveau, en slaan de handen nogmaals stevig in elkaar voor een betere wereld. Is er dan niets meer om naar uit te kijken? Zeker wel. Nostra Aetate spreekt ook over de theologische  verhouding tussen christendom en islam. Het zou een geweldig idee zijn, zeker in het licht van de huidige situatie in de wereld, om ook dit spoor verder uit te werken. En wie weet, vieren we in 2065 wel drie documenten, waarin islamitische, joodse en christelijke experts elkaar theologische erkennen, en samen optrekken voor een vredige wereld.

Bron: Katholiek.nl

Plaats een reactie