Gevangen beschaving


De kwaliteit van een samenleving wordt niet bepaald door de stand van de technologie, noch door het Bruto Nationaal Product. De mate van beschaving wordt niet afgemeten aan de internetsnelheid van de gemiddelde burger, noch aan de hoogte van de collectieve zorguitgaven. De kwaliteit van een samenleving wordt bepaald hoe wij omgaan met de gemarginaliseerden, de chronisch zieken, de armen, de daklozen, de migranten, de vluchtelingen en de gevangenen. De mate van beschaving wordt gemeten aan de hand van hoeveel vrijheid en geluk wij creëren voor de medemens die we eigenlijk afstotelijk vinden.

Het rommelt in de Belgische gevangenissen. Het personeel van de Waloonse gevangenissen staakt al twee weken. De gevangen worden door een gelegenheidscoalitie van politie, vrijwilligers en NGO’s in leven gehouden. Simpele zaken als douchen, bezoek, luchten en zelfs sommige maaltijden worden bijna een luxe. De regering probeer met 180 militairen het ergste leed te ledigen. Maar ook in Vlaanderen is het onrustig. In Merksplas kwamen 200 gevangen in opstand omdat ze meer inspraak in het gevangenisbeleid willen. De ravage was enorm.

Gevangenissen, het blijven rotdingen. Niemand wil ze eigenlijk hebben, maar hun noodzaak dringt zich op. Gevangenissen zijn nodig om veroordeelde misdadigers hun straf te laten uitzitten, om de maatschappij te beschermen tegen hun kwade plannen, én om hen ooit weer gerehabiliteerd te doen terugkeren in de gewone burgermaatschappij. Vooral dat derde is meer wensdenken dan realiteit, weten we uit talloze onderzoeken. Wie jaren ‘aan de andere kant’ heeft gewoond, kan slecht aarden in een maatschappij die hem niet meer kent en waar alle oude sociale netwerken verdwenen zijn.

Hoe je vervolgens met die veroordeelde criminele moet omgaan, is een blijvend probleem in onze samenleving. Enerzijds willen we hen humaan behandelen: voedsel, lichamelijke oefening, geestelijke verstrooiing, voorbereiding op terugkeer in de maatschappij, werk enzovoorts. Anderzijds is er een sterke maatschappelijke stroom die meent dat gevangenissen vooral ‘staatshotels’ zijn, en dat gevangenen blij mogen zijn dat we nog zoveel moeite voor hen doen. Voor sommigen die in vrijheid leven, is de pseudovrijheid van de luchtplaats nog teveel, is de spelcomputer om de dodelijke verveling te verdrijven nog teveel luxe. ‘Die heb ik thuis ook niet,’ zegt dan de boze burger. Maar jij kan de deur uit wanneer je dat wilt, hij niet.

De superioriteit van onze beschaving wordt niet bepaald aan deze kant van de gevangenismuur, aan de buitenkant, maar aan de andere kant, aan de binnenkant.

Bron: TCC-blog

Plaats een reactie